Sinds we eind 2013 op de grens van Zuid-Frankrijk zijn neergestreken is het onder de knie krijgen van de Franse taal een dagdagelijkse uitdaging geworden. Zelf leer ik het beste van mijn fouten als anderen me erop wijzen. Lastig wordt het wanneer je een woord of uitdrukking vol overtuiging gebruikt en een Fransman/-vrouw je aankijkt met een blik van: alors, je n’ai rien compris ! Of nog erger; de interpretatie en datgene wat ik wil overbrengen staan 180 graden tegen over elkaar. Ik heb het over Franse leenwoorden in de Nederlandse taal die voor ons als Nederlander een (totaal) andere lading hebben ten opzichte van hetzelfde woord in Frankrijk. Voilà: een artikel met Franse faux-amis; ofwel ‘valse vrienden’.
Franse faux-amis woorden
Etui. Een klein nuanceverschil zit er tussen de Nederlandse etui en de franse variant étui. De etui zoals wij die kennen om onze pennen en potloden in te bewaren heet une trousse in Frankrijk. Un étui is voor de Fransman een hard omhulsel wat nagenoeg zelfde vorm heeft als het object wat beschermd moet worden. Un étui à lunettes – een brillenkoker, of un étui de violon – een vioolkoffer.
Amateur. Waar in het Nederlands dit van oorsprong Franse woord betekent dat iemand iets uitoefent op een niet-professioneel niveau, heeft het woord amateur in Frankrijk een andere dekking. Liefhebber of zelfs kenner betekent het hier, zoals bijvoorbeeld un amateur d’art – een kunstliefhebber, of un amateur de vin, een wijnkenner. Een veelgebruikte Franse faux-amis in Frankrijk onder Nederlanders.
Saillant detail: taalkundig gezien omvat de term faux-amis zelf een tegenstelling; een zogeheten contradictio in terminis, waarbij woorden elkaar tegenspreken. Immers: vals en vriend gaat nu niet bepaald samen qua combinatie.
Bonbon. In Nederland kennen we de bonbons als kleine caloriebommen van chocolade waar we het liefst het gehele doosje – al dan niet met een verre de rouge – op een avond verorberen (herkenbaar, iemand? 💁🏼♀️). In Frankrijk blijft het een caloriebom, maar de Fransman bedoelt met een bonbon gewoon een snoepje. Niks geen chocolade helaas. Ben je in een hypermarché op zoek naar de Nederlandse variant, zoek dan naar bouchées de/au chocolat of pralinés.
Capuchon. Van origine bedoelt de Fransman hetzelfde als de Nederlander, maar zelf heb ik nog nooit van een capuchon gehoord in combinatie met een trui of een jas. Hier gebruikt men het synoniem une capuche voor wat wij een capuchon noemen. Un capuchon in het Frans betekent het dopje van een pen of van een fles.
Andijvie. Ik heb het na zeven jaar in Frankrijk te wonen nog niet gevonden in de Franse supermarkten of bij de groenteboer – le primeur. Ik weet nog dat we de eerste keer dat we in Lyon in de supermarkt stonden en witlof – des endives, wilden kopen we dachten dat het bordje verkeerd was neergezet.
Lees ook: Franse kindertaal - herhaaldelijke herhaalwoorden
Horloge. Simpelweg een klok aan de muur voor de Fransman. Een horloge zoals wij dat om de pols dragen noemen ze in Frankrijk une montre.
Wist je dat de taalkundige term faux-amis (Nederlands: valse vrienden, Duits: Falsche Freunde, Engels: false friends) oorspronkelijk uit het Frans komt? In 1928 werd het voor het eerst beschreven in het boek “Les faux amis ou les trahisons du vocabulaire anglais“.
Ordinair. Ordinaire, in het Frans met een ‘e’, is te vergelijken met het Engelse ordinary, ofwel gewoontjes/alledaags/middelmatig/normaal. Wil je aanduiden dat je iets laag bij de grond of minderwaardig vindt in het Frans, dan gebruik je vulgaire of grossier. Attention pour ce type vulgaire !
Maîtresse. Ja, het betekent natuurlijk ook gewoon minnares in het Frans. Echter, in het dagelijks leven wordt met la maîtresse toch echt de schooljuf bedoelt.
Franse faux-amis uitdrukkingen
De puntjes op de i zetten. In het Nederlandse betekent mettre les points sur les i ‘het project afronden/de laatste details verbeteren’. Toen ik tijdens een vergadering met alleen maar Fransen deze uitdrukking gebruikte keken mijn collega’s me bevreemd aan. In het Frans hebben deze points sur les i een negatieve klank. In de zin dat het project opnieuw omkaderd moet worden en er weer terug naar de tekentafel moet worden gegaan. En ik wilde mijn teamgenoten nog wel een compliment maken met hoe dichtbij de eindstreep van het project al in zicht was. Oeps!
Voldoende brood op de plank hebben. Wil je laten doorschemeren dat je genoeg hebt om van te leven, gebruik dan niet in Frankrijk avoir du pain sur la planche. Dit betekent namelijk dat je genoeg op je bord hebt/meer dan genoeg te doen hebt. Avoir de quoi vivre is de correcte vertaling van het Nederlandse gezegde ‘brood op de plank hebben’.
Vond je dit artikel interessant om te lezen? Heb je toevoegingen of opmerkingen over dit artikel over Franse faux-amis? Laat het gerust weten onder dit blog!
Bisous, Ilse.
Heel interessant, was er al heel lang naar op zoek.
Opmerkelijk is de verschuiving naar Engelse leenwoorden. Een capuchon is een hoody geworden.
En hoe zit het met de culotte? Is het een short of een onderbroek